Bont voor Dieren: “Historisch stap in strijd tegen zeehondenjacht”
Amsterdam – Eurocommissaris Dimas heeft gisteren aangekondigd dat hij een importverbod wil voor alle producten van zeehonden die niet op een humane wijze zijn gedood. Hij deed dit tijdens een informele raad van de Europese milieuministers. Volgens Bont voor Dieren komt dit in de praktijk neer op een totaalverbod van de zeehondenjacht, omdat het doden van dieren voor een overbodig modeproduct per definitie niet-humaan is. Bovendien heeft de directeur van Bont voor Dieren, Claudia Linssen, in Canada onlangs persoonlijk vastgesteld dat de regels die het levend villen van zeehonden moeten voorkomen, door de jagers niet worden nageleefd. Eurocommissaris Dimas baseert zijn aankondiging op een rapport van de European Food and Safety Authority (EFSA) over dodingmethoden van zeehonden. Hierin wordt gesteld dat het in theorie mogelijk is om zeehonden op een humane wijze te doden, maar dat dit in de praktijk niet gebeurt. Ook Claudia Linssen heeft als waarnemer ruim twee weken geleden geconstateerd dat de regels die een snelle dood zouden moeten garanderen niet worden uitgevoerd door de jagers. Het EFSA-rapport verstaat onder ‘humaan’ doden het snel en pijnloos doden van de zeehonden. Bont voor Dieren acht dit een te beperkte definitie. Linssen: ‘Humaan betekent met mededogen, welwillend, menselijk. Het doden van gezonde dieren louter voor een overbodig modeproduct als bont is natuurlijk per definitie niet-humaan. Daarom ziet Bont voor Dieren de aankondiging van Dimas als een historische stap naar een totaalverbod op zeehondenproducten in Europa. En een Europees importverbod zal een enorme klap betekenen voor de jacht in Canada.’ Europa fungeert als een belangrijke doorvoerhaven voor zeehondenbont naar China en Rusland. Bovendien zijn de Europese catwalks een voorbeeld voor de mode-industrie in de rest van de wereld. Als het bont in Europa niet meer te zien is, dan zal de vraag in andere delen van de wereld dalen. Claudia Linssen: ‘Met een Europees importverbod wordt tegemoet gekomen aan de wens van de meerderheid van de Europese bevolking en de meerderheid van het Europese Parlement.’