Bontindustrie
Leefomstandigheden
Chinchillas in fokkerijen worden hun hele leven in gevangenschap gehouden in draadstalen kooien. Ze worden in kooitjes geplaatst die verbonden zijn met een rond gat waar ze doorheen kunnen kruipen. Echter, de vrouwtjes dragen een halsband die het niet mogelijk maakt om te verplaatsen naar een andere kooi. Mannetjes kunnen zich vrij bewegen en kunnen hierdoor naar vrouwtjes toe voor bevruchting. De kooien waar de vrouwtjes verblijven zijn 40 tot 60 cm breed, 35 tot 50 cm diep en 35 tot 40 cm hoog.
Van nature is de Chinchilla een vriendelijk dier, maar in gevangenschap is het angstig of agressief. Dit uit zich onder andere in het toebrengen van verminkingen aan zichzelf of aan soortgenoten. Zelfs kannibalisme komt voor, waarbij moeders hun kroost opeten.
Levenscyclus
Een zwanger vrouwtje bevalt na een draagtijd van 111 dagen en heeft een gemiddelde worp van 2,2 jongen. Door ziekte en de erbarmelijke leefomstandigheden is er een jongen sterfte dat oploopt tot boven de 25%. Na gemiddeld zeven weken worden de jongen gescheiden van hun moeder. Vrouwelijke dieren zijn geslachtsrijp vanaf zeven maanden en kunnen dan eventueel ingezet worden als nieuw fokdier. De overige dieren worden gedood voor hun vacht als ze tussen acht en twaalf maanden oud zijn, het doden gebeurt door elektrocutie of door het breken van de nek. Eén enkele bontjas kan uit meer dan 200 chinchilla’s bestaan.
Regelgeving
In 1998 heeft de minister van Landbouw een verbod op het fokken van chinchilla’s ingesteld. Er waren op dat moment zeven professionele chinchillafokkerijen in ons land en diverse ‘hobby’-matige fokkerijen. Bont voor Dieren heeft jarenlang campagne gevoerd en gelobbyd voor dit verbod.
Bij dit verbod gold een overgangstermijn. Dit betekende dat chinchillafokkers nog tot 1 april 2008 door mochten gaan met het fokken van chinchilla’s. In deze overgangsperiode mochten bestaande fokkers hun bedrijf niet uitbreiden en er mochten ook geen nieuwe chinchillafokkerijen worden opgezet. Het bont van deze dieren mag in Nederland echter wel gewoon verkocht worden.
In Nederland zijn er gelukkig geen chinchillafokkerijen meer. In andere landen, zoals China, Rusland en Hongarije komt het fokken en doden van chinchilla’s voor hun vacht nog wel voor.
In het wild
Hoewel ze geen familie zijn van het konijn en ze ook niet in bomen vertoeven worden ze ook wel eens boomkonijn genoemd. De chinchilla is een knaagdier. Het dier heeft een zachte en dichte vacht. Er groeien 40 tot 120 haren uit elke haarwortel. De vacht kan verschillende kleuren hebben: grijs, beige, wit, bruin en zwart. Of een combinatie van kleuren en tinten. Ze verzorgen hun vacht door te baden in zand. Hierdoor worden vuil en vet uit de vacht verwijderd. De snorharen van een chinchilla kunnen tot een derde van hun lichaamslengte worden. Chinchilla’s kunnen tot wel 20 jaar oud worden.
Leefwijze
De chinchilla is een herbivoor en eet voornamelijk dorre grassen, kruiden en struiken. Chinchilla’s zijn nachtdieren en overdag willen ze dan ook rustig kunnen slapen en verstoppen zich tussen de rotsen in de Bergen. ‘s Nachts gebruikt het dier zijn snorharen om de weg in het donker te kunnen vinden. Ze gebruiken hun snorharen om vast te stellen of de kloven wijd genoeg zijn om doorheen te kruipen. Chinchilla’s zijn erg stressgevoelige dieren en zijn van nature ook erg schrikachtig. Ze houden daarom van een vaste structuur en routine in hun dagelijkse leven zonder verassingen van buitenaf.
Chinchilla’s leven het liefst in groepen. Ze kunnen verschillende geluiden maken. In de dagelijkse omgang kunnen ze zacht piepen of knorren. Wanneer er gevaar dreigt, kan een chinchilla ook blaffen om de rest van de groep te waarschuwen. Als een chinchilla kwaad is, gaat hij recht op staan en tegen zijn belager grommen.
Leefgebied
De chinchilla leefde oorspronkelijk in Chili en Peru in het Andesgebergte in Zuid-Amerika. In de 17e eeuw ontdekten de Spaanse kolonisten het dier en zijn bijzondere vacht. De vachten werden massaal naar Europa verscheept. In de 19e eeuw was het tezamen met koffie het belangrijkste exportproduct van Zuid-Amerika. Rond 1910 waren de chinchilla’s in het wild zo goed als uitgestorven.