Bontindustrie
Karakulschapen worden gehouden in Centraal Azië en Namibië. Jaarlijks worden ongeveer vier miljoen karakullammetjes gedood voor hun vachtje. De vacht van een volwassen Karakul schaap is stijl, grijs en stug. Deze wordt gebruikt als wol voor kleding, de huid wordt verwerkt als leer. Bij de geboorte hebben de lammetjes een hele fijne, zachte, gekrulde vacht. Na drie dagen veranderen deze haren in een stugge, donkerdere en meer steile vacht. Daarom worden deze lammeren gedood wanneer ze een tot drie dagen oud zijn. Het bont van deze zeer jonge lammeren wordt verkocht onder verschillende namen zoals karakul, qaraqul, swakara, perzisch lam, persianer of astrakan.
Voor de geboorte heeft het lam (nu nog een foetus) een lichtere, nog zachtere vacht met platliggende krullen. De vacht van deze foetus wordt verkregen door de moeder vlak voor de geboorte te doden en het lam uit de buik te snijden. Soms tot wel 15 dagen voor de natuurlijke geboorte. Omdat hierbij twee dieren gedood worden, zowel het lam als het moederschaap, is deze vacht een stuk duurder. De lammeren zijn bovendien nog zo klein dat er tot wel 30 lammeren gedood moeten worden voor 1 lange bontjas. Dit bont wordt verkocht onder namen als karakulcha, breitschwanz en broadtail.
Bont voor Dieren vindt dat er zo snel mogelijk een einde moet komen aan deze gruwelijke industrie en pleit voor een importverbod zodat het dieronvriendelijke karakulbont niet meer in Nederland verkocht wordt.
In het wild
De Karakul is een middelgroot tot groot schaap. Ze zijn vernoemd naar het Karakulmeer in het Pamir gebergte in Tajikistan. Opvallend is de lange smalle kop met ramsneus, hangoren en sprekende ogen. Karakulschapen, staan bekend om hun vermogen om te foerageren en te gedijen onder extreem moeilijke levensomstandigheden. Ze kunnen ernstige droogte overleven dankzij een speciale kwaliteit die ze hebben, namelijk het opslaan van vet in hun staart.
Leefgebied
Het Karakulschaap is afkomstig uit Centraal Azië en komt voor in landen als Oesbekistan, Afganistan en Pakistan. Het is een vetstaartschaap die leeft in een steppegebied met een landklimaat dat gekenmerkt wordt door droogte, koude winters en warme zomers.