Alle textielfabrikanten zijn verplicht om te melden of hun producten echt bont bevatten. Uit een steekproef van dierenbeschermingsorganisatie Bont voor Dieren is echter gebleken dat kledingproducenten deze nieuwe wet aan hun laars lappen. Nicole van Gemert, directeur van Bont voor Dieren, heeft aangifte gedaan van de merken die echt bont als nepbont verkochten en dringt aan op handhaving.
Na jarenlange lobby, onder andere van Bont voor Dieren, heeft de Europese Unie een nieuwe richtlijn aangenomen die het textielfabrikanten verplicht stelt om te melden dat hun producten materialen van dierlijke oorsprong bevatten, zoals bont, dons of leer. Deze maatregel is ingesteld om consumenten niet het risico te laten lopen om onbedoeld kleding te kopen waarin dons of bont verwerkt is.
Bont voor Dieren deed onderzoek in de Kinkerstraat in Amsterdam en winkelcentrum Stadshart Amstelveen. In diverse bont en lederwinkels was kleding met dierlijke materialen verkeerd gelabeld, namelijk als 100% polyester. Ook de verplichte zin “niet uit textiel bestaande delen van dierlijke oorsprong” is niet terug te vinden in het grootste deel van de jassen met echt bont.
Van Gemert: “Deze maatregel is aanvankelijk aangenomen om consumenten in staat te stellen om bewuste keuzes te maken. Bont voor Dieren pleit zelfs voor méér transparantie: het liefst hadden wij gezien dat het verplicht zou zijn in een kledingstuk te melden dat er vier dode wasbeerhonden in zijn verwerkt, of twee vossen. Vooral gezien het feit dat een ruime meerderheid van de Nederlanders fel tegen bont is, moeten we ze kunnen beschermen tegen de mogelijkheid dat ze nepbont en echt bont door elkaar halen.”
Bont voor Dieren doet een oproep aan consumenten die een verkeerd gelabeld kledingstuk constateren. Zodra een kledingstuk dat echt bont bevat niet als zodanig is gelabeld, kan het betreffende kledingmerk worden aangegeven bij de Voedsel en Warenautoriteit.
