Meer dan helft van ondervraagde bontdragers weet herkomst niet
Amsterdam, 17 oktober 2012 – Meer dan de helft van de Nederlandse bontdragers weet niet of het bont dat hij of zij draagt van fokkerijen of wilde dieren uit de natuur komt. Tevens weet meer dan de helft van deze bontdragers niet welk dier er aan de jas hangt. Dat zijn enkele schokkende resultaten van een steekproef van dierenbeschermingsorganisatie Bont voor Dieren onder 500 respondenten.
De cijfers komen voort uit een steekproef op straat. 500 Bontdragers werd gevraagd naar de herkomst van hun bontkraag. Slechts één op de vier ondervraagden wist te melden van welk dier de kraag afkomstig was (wasbeerhond, nerts, konijn of vos). Er zijn onder de ondervraagden veel misverstanden over bont. Zo denkt één op de tien jongeren dat bont restafval is van dieren uit de vleesindustrie, wat niet waar is: bont is afkomstig van dieren die speciaal voor dat doel gehouden worden en niet worden gegeten. 55,6% van de respondenten weet de diersoort niet die aan de kraag hangt: slechts 12,2% wist de wasbeerhond als dier te noemen.
Bont voor Dieren directeur Nicole van Gemert vindt de onwetendheid onder bontdragers schokkend: “Het gebrek aan kennis over het dierenleed achter de bontkraag is een belangrijke reden waarom mensen bont dragen. De bontindustrie, waar miljoenen dieren ieder jaar weer het slachtoffer van worden, blijft verborgen voor het publiek. Wasbeerhonden worden soms levend gevild, vossen anaal geëlektrocuteerd en coyotes zitten soms dagenlang verstrikt in wildklemmen waar ze van pure ellende hun eigen poten afbijten. Als met name jongeren beter voorgelicht worden weet ik zeker dat ze dat dierenleed niet meer willen dragen.”
Vorig jaar liet Bont voor Dieren een flitspeiling uitvoeren door onderzoeksbureau Motivaction naar de kennis bij bontdragers over de herkomst van de kraag. Daaruit bleek dat slechts 21 van de 509 respondenten weleens bont had gekocht. Dit aantal was te gering om algemene conclusies te trekken, waarna Bont voor Dieren besloot de resultaten op straat te laten testen. Onder 500 bontdragers werd de enquête afgenomen. Deze steekproef vond plaats in Amsterdam, Utrecht, Rotterdam, Almere en Den Haag. Er werd uitdrukkelijk niet bij vermeld dat het om een onderzoek ging in opdracht van Bont voor Dieren.
Bont voor Dieren ziet in de maatschappij een steeds grote weerstand tegen bont. De lijst met bontvrije winkels breidt zich uit en de productie is bijna geheel verboden. Ook zijn er invoerverboden voor zeehonden-, honden en kattenbont. Dit rijmt ook met het onderzoek in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, dat onlangs uitwees dat slechts 7% van de Nederlanders bont een legitieme reden vindt om een dier voor te doden.
Bont voor Dieren gaat naar aanleiding van het onderzoek haar lespakketten en gastlessen nog breder verspreiden op scholen. Ook zullen er diverse campagnes opgestart worden om kopers voor te lichten over de herkomst van bont. Bont voor Dieren vraagt consumenten om geen bont meer te kopen, winkeliers om geen bont te verkopen, modeontwerpers om geen bont te gebruiken en politici om maatregelen te nemen tegen de wrede bontindustrie. Een bontvrij Nederland wil zij bereiken door voorlichting, educatie, publieksacties, juridische procedures en een sterke politieke lobby.
Lees de precieze resultaten van het onderzoek hier: KLIK HIER