Dieren komen vaak voor in spreekwoorden en uitdrukkingen. Maar wat betekenen ze nu eigenlijk?
Honden
- als oude honden blaffen, is het tijd om uit te zien (als ervaren mensen waarschuwen moet je luisteren)
- als twee honden vechten om een been loopt de derde ermee heen (een derde profiteert van de ruzie van twee anderen)
- blaffende honden bijten niet (zij die het hardst roepen, zijn het minst gevaarlijk)
- de hond de jas voorhouden (iemand valse hoop geven over iets dat hij graag wil hebben)
- de hond in de pot vinden (te laat zijn voor het eten, alles is op)
Katten
- ’t is gelijk of men van/door de kat of de kater/hond gebeten wordt (het maakt niet uit hoe of waardoor je benadeeld bent geweest)
- er was geen hond/kat/kip (er was niemand)
- als kat en hond leven (veel ruzie met elkaar maken)
Konijnen
- ’t is bij de konijnen af (het is buitengewoon erg – walgelijk)
- als proefkonijn dienen (dienen voor een of ander experiment)
- bij de konijnen af (buitengewoon erg)
- met de konijnen door de tralies kunnen eten (zeer mager zijn)
Schapen
- als er één schaap over de dam is, volgen er meer (als één persoon iets nieuws geprobeerd heeft, durven anderen ook wel)
- een wolf in schaapskleren (een gevaarlijk iemand die zich als onschadelijk voordoet)
- het verloren schaap zijn (de gezochte zijn)
- het zwarte schaap van de familie (iemand die een beetje buiten de familie staat qua gedrag)
- zijn schaapjes op het droge hebben (de zaken op orde hebben of voldoende hebben om niet meer te hoeven werken)
- zijn schaapjes scheren (er de winst uithalen)
Vossen
- een vos verliest wel zijn haren maar niet zijn streken (mensen veranderen zelden echt)
- men moet vossen met vossen vangen (je moet een slimme persoon vangen door slim te zijn)
- wat de vos niet weet, weet de haas ook niet (het is moeilijk iets te weten als het je nooit verteld is)
- zo slim als een vos zijn (heel erg slim zijn)
Wolven
- de wolf ruit wel van baard maar niet van aard (het karakter van de mensen verandert nooit)
- een wolf in schaapskleren (een gevaarlijk iemand die zich als onschadelijk voordoet)
- wee de wolf die in een kwaad gerucht staat (=ls je je goede naam verliest is die haast niet terug te winnen)
Martersoorten
- slapen als een marmot/otter/roos (erg vast en heerlijk slapen)
- zo scheel als een otter (erg scheel kijken)
- stinken as een bunzing (een hele erge stank)