De strijd over de controversiële zeehondenjacht is opnieuw opgelaaid. Dit keer door de behandeling van de vraag of het verbod uit 2009 op de handel van zeehondenproducten binnen de Europese Unie, legitiem is. Canada, Namibië en Noorwegen, drie bondgenoten als het om de zeehondenjacht gaat, gingen in 2010 naar de World Trade Organization (WTO) om het handelsverbod in de EU op zeehondenproducten aan te vechten. Dit verbod betreft de verkoop van zeehondenproducten met winstbejag binnen de EU met een uitzondering voor producten van de jacht door Inuit- en andere inheemse volkeren. De hoorzitting die deze week plaatsvond zorgde ervoor dat de Canadese zeehondenjacht opnieuw in de internationale schijnwerpers kwam.
Meer dan 100 leden van het Europese Parlement hebben aangegeven dat, wanneer Canada haar claim richting WTO niet laat vallen, ze tegen een samenwerkingsverband tussen Canada en de EU zullen stemmen. Deze zou naar verwachting dit jaar getekend worden.
Het debat in Europa wordt nauwgezet gevolgd in Ottawa, de hoofdstad van Canada. De zeehondenjacht loopt al jaren terug en de vraag naar zeehondenproducten daalt. Circa 15.000 Canadezen hebben een licentie om op zeehonden te jagen, maar het grootste deel gebruikt deze niet.
Commerciële zeehondenjagers gebruiken vaak een hakapik met een metalen punt om de dieren te doden en weg te slepen, zodat de vacht van de dieren zo min mogelijk wordt beschadigd. De Canadese overheid beweert echter dat de regels van de zeehondenjacht ‘humaner’ zijn geworden dankzij striktere regelgeving. Bont voor Dieren hoopt uiteraard dat het verbod in stand blijft en volgt de zaak op de voet.