In een advies aan de Hoge Raad stelt de Procureur Generaal dat het Hoger Beroep van de Nederlandse Staat tegen de nertsenfokkers moet worden overgedaan. Er is onvoldoende aandacht besteed aan de schade die individuele nertsenhouders zouden kunnen lijden, in plaats daarvan is gekeken naar de sector als geheel. Het advies is niet bindend voor de uiteindelijke uitspraak van de Cassatie op 16 december, maar wordt meestal opgevolgd door de Hoge Raad. Slecht nieuws dus voor de 6 miljoen nertsen die jaarlijks worden gedood voor hun vacht.
Dierenbeschermingsorganisaties Bont voor Dieren en Animal Rights zijn bezorgd. Vernietiging van het hoger beroep zou betekenen dat het zwaar bevochten nertsenfokverbod weer buiten werking gesteld wordt. De Staat moet dan opnieuw in hoger beroep. Directeur Animal Rights Robert Molenaar: “Een nieuw hoger beroep kan weer een jaar duren. Al die tijd kunnen de nertsenfokkers dus weer hun gang gaan en uitbreiden. De procedures die we op dit moment met Bont voor Dieren aan het voeren zijn tegen illegale uitbreidingen hebben dan gelijk geen zin meer. We hebben al eerder gezien dat nertsenfokkers mailing hebben aan het feit dat het parlement en een ruime meerderheid van de Nederlandse bevolking geen bontindustrie wil in Nederland”.
Bont voor Dieren directeur Nicole van Gemert: “Er is gelukkig ook goed nieuws: Er is volgens het advies geen sprake van onteigening van nertsenfokkerijen en een nertsenfokverbod is ook niet in strijd met de Rechten van de Mens. Dat betekent dat de nertsenfokkers ook bij het Europese Hof geen poot hebben om op te staan, mocht het zover komen dat ze het verbod daar aan gaan vechten. De bontindustrie verbieden op ethische gronden mag!”
Vooralsnog hopen beide dierenbeschermingsorganisaties dat de Hoge Raad het advies van de Procureur Generaal naast zich neerlegt en lot van miljoenen nertsen niet laat afhangen van gesteggel over de hoogte van de schadevergoeding. Bovendien bevat het wetsvoorstel voor een nertsenfokverbod een zogenaamde hardheidsclausule die voorziet in een regeling voor individuele fokkers die onevenredig hard getroffen worden door het verbod.